Het substantief

Een substantief is een woord dat een zelfstandigheid aangeeft. Deze zelfstandigheid kan een persoon zijn, maar ook een ding, een dier, een plant, een stad, een toestand, een handeling, een eigenschap, een gebeurtenis, en een gevoel. Substantieven kunnen worden onderverdeeld in eigennamen en stofnamen.

Eigennaam

Een eigennaam is een substantief dat gebruikt wordt om een uniek persoon aan te duiden. Namen voor landen, rivieren, steden, provincies, continenten, bedrijven en dergelijke worden ook gerekend tot de eigennamen. Omdat er maar één uniek exemplaar van bestaat, kunnen ze doorgaans niet van getal veranderen. Eigennamen worden in het Nederlands met een hoofdletter geschreven. Hieronder zie je enkele voorbeelden:

-persoon: Johan Smeets, Marieke Jonker, Willem van der Brink;
-land: India, Noorwegen, Mexico, Nederland;
-rivier: Rijn, Nidelva, Donau, Wolga;
-stad: Utrecht, Bergen, New York, Rome;
-provincie: Rogaland, Limburg, Friesland, Trøndelag;
-continent: Europa, Australië;
-bedrijf: Coolblue, Spar, Telenor, Orkla.

Let op: als tussen de voornaam en de achternaam een of meer woordjes staan (de, ter, van der, enzovoort), dan worden deze met kleine letters geschreven: Willem van der Brink.

Soortnaam

De overige substantieven worden gerekend tot de soortnamen. Deze krijgen in het Nederlands nooit een hoofdletter. Vaak kun je voor deze substantieven een artikel plaatsen (de, het of een). De meeste substantieven kunnen van getal veranderen, dus van singularis naar pluralis of van pluralis naar singularis. Hieronder zie je enkele voorbeelden:

-persoon: vrouw-vrouwen;
-ding: stoel-stoelen;
-dier: paard-paarden;
-plant: orchidee-orchideeën;
-handeling: dans-dansen;
-eigenschap: hoogte-hoogtes / hoogten;
-gebeurtenis: botsing-botsingen;
-gevoel: angst-angsten.

Singularis of pluralis

Sommige substantieven kunnen of alleen in singularis voorkomen of alleen in pluralis. Hieronder zie je enkele voorbeelden:

-singularis: vee, fruit, politie, suiker, melk, informatie, muziek;
-pluralis: hersenen, onkosten, mazelen, kleren, kinderjaren.

Wil je weten welk artikel bij een substantief hoort, lees dan de blog ‘De’ of ‘het’?

Eén reactie

  1. Pingback: Het possessief pronomen - Språkskole Claudia Boonstra

Reacties zijn gesloten.