‘Geen’ eller ‘niet’?

De to viktigste alternativene for negasjon på nederlandsk er geen og niet. Men er ‘Zij heeft geen honden’ riktig eller ‘Zij heeft niet honden’? Her kan du lese når vi bruker geen og når niet, så at du aldri kommer til å være usikker om bruk av disse to ordene.

Geen

Når vi har et ubestemt substantiv, bruker vi geen. Geen må alltid stå foran substantivet.

1aHij schrijft een brief.1bHij schrijft geen brief.
2aZij heeft honden.2bZij heeft geen honden.
3aWij drinken thee.3bWij drinken geen thee.

Når det står et adjektiv foran det ubestemte substantivet, bruker vi også geen.

4aIk heb een nieuwe fiets.4bIk heb geen nieuwe fiets.

Niet

I alle andre tilfeller bruker vi niet.

1aDe auto is zwart.1bDe auto is niet zwart.
2aDe leraar woont in Rotterdam.2bDe leraar woont niet in Rotterdam.
3aMijn zus heeft veel honden.3bMijn zus heeft niet veel honden.

I setning 1b nektes zwart. Bilen er for eksempel blå. I setning 2b nektes in Rotterdam. Læreren bor for eksempel i Amsterdam. I setning 3b nektes veel. Søstera mi har for eksempel bare tre hunder.

One comment

  1. Pingback: Nektende ord - Språkskole Claudia Boonstra

Comments are closed.