Onscheidbare werkwoorden (deel 2)

Het Nederlands kent werkwoorden die uit meerdere onderdelen bestaan. Deze groep werkwoorden bestaat uit onscheidbare werkwoorden en scheidbare werkwoorden. Onscheidbare werkwoorden zijn werkwoorden die uit meerdere onderdelen bestaan die altijd aan elkaar geschreven worden. Scheidbare werkwoorden zijn werkwoorden die uit meerdere onderdelen bestaan die van elkaar gescheiden kunnen worden.

Onscheidbare werkwoorden

Onscheidbare werkwoorden zijn werkwoorden die uit meerdere onderdelen bestaan die altijd aan elkaar geschreven worden. Tussen de delen kunnen geen andere woorden worden geplaatst. Daarnaast valt de klemtoon meestal niet op het eerste onderdeel van het gehele werkwoord.

1Ik verhuis binnenkort naar Noorwegen.ver – huis
2De politie achtervolgt de crimineel.achter – volgt

In zin 1 bestaat het onscheidbare werkwoord uit een prefix (‘ver’) en een werkwoord (‘huizen’, dit betekent ‘wonen’). In zin 2 bestaat het onscheidbare werkwoord uit een onbeklemtoond woord (‘achter’) en een werkwoord (‘volgen’). In dit artikel worden de onscheidbare werkwoorden met een onbeklemtoond woord besproken. De onscheidbare werkwoorden met een prefix worden in een ander artikel behandeld.

Onbeklemtoond woord

In een goed woordenboek kun je opzoeken op welke syllabe de klemtoon valt. In de woordenboeken van Van Dale is bijvoorbeeld de beklemtoonde syllabe onderstreept.

Als vóór het werkwoord een woord staat dat onbeklemtoond is, dan is het gehele werkwoord een onscheidbaar werkwoord.

1achterhalenIk kon niet achterhalen wie de pizza had opgegeten.
2achtervolgenDe politie achtervolgt de crimineel.
3overtuigenZij wist mij te overtuigen van haar gelijk.
4voorkomenHij voorkwam een ongeluk door op tijd te remmen.

Het participium perfectum van onscheidbare werkwoorden

Bij onscheidbare werkwoorden wordt geen ge- toegevoegd aan het werkwoord om het participium perfectum te vormen, noch vóór het gehele werkwoord, noch tussen de onderdelen van het werkwoord. Het onbeklemtoonde woord staat op de plaats van ge-.

Het participium perfectum van achtervolgen is achtervolgd. Fout zijn geachtervolgd en achtergevolgd.

achtervolgen                 De crimineel wordt door de politie achtervolgd.

Nog enkele voorbeelden:

1achterhalenHij heeft achterhaald dat Jan de pizza had opgegeten.
2overtuigenZij heef mij overtuigd van haar gelijk.
3voorspellenEr is voor komend weekend heerlijk weer voorspeld.
4mislukkenDe ovenschotel is helaas mislukt.
5voorkomenHij heeft een ongeluk voorkomen door op tijd te remmen.
6ondergaanMijn buurvrouw heeft een hartoperatie ondergaan.

Eén reactie

  1. Pingback: Onscheidbare werkwoorden (deel 1) - Språkskole Claudia Boonstra

Reacties zijn gesloten.